"Met deze piramidestructuur wil ik bottom-up de betrokkenheid van alle actieve jongeren vergroten door een goede samenwerking tussen afdelingen en niveaus te stimuleren. JONG CD&V Oost-Vlaanderen moet een modelvoorbeeld zijn in Vlaanderen van een transparante, democratische organisatie.
Niveau 1: Als provinciaal voorzitter wil ik nauw in contact staan met alle jongerenafdelingen en haar leden die: ==>Regelmatig samenkomen: om lokale acties op te zetten rond gemeentelijke thema’s moet je regelmatig samenzitten met je afdelingsbestuur. Even samenzitten om ervaringen uit te wisselen helpt al om een aantal problemen/uitdagingen binnen de gemeente te detecteren. Daarnaast kan je afspreken om samen naar activiteiten te gaan van andere (jongeren)organisaties. Want netwerken is het beste om nieuwe mensen te leren kennen. En nieuwe mensen zorgen mee voor een grotere bekendheid, wat dan op zijn beurt interessant is voor de komende verkiezingen. ==>Samenwerking opzetten met buurgemeenten: het uitwisselen van good practices kan nuttig zijn om het bereik van je activiteiten naar een hoger level te brengen. Een brainstorm met buurgemeenten kan wonderen doen. Door over bepaalde zaken te praten, ga je meer beginnen nadenken en komen de goede ideeën vanzelf. Daarnaast kan dit motiverend werken omdat je soms het gevoel krijgt dat je er alleen voor staat. Sommige jongerenafdelingen tellen maar 3 leden. Op die manier kan je je eigen bestuur versterken en vergroten.
Niveau 2: Als provinciaal voorzitter wil ik nauw contact staan met alle regio’s die: ==> Regelmatig een regiovergadering organiseren die bestaat uit alle afdelingsvoorzitters uit die regio aangevuld met geïnteresseerde leden: om te reflecteren over de lokale werkingen. De regiovoorzitters kunnen hierin gezien worden als managers die hun jongeren aanmoedigen, ondersteunen en luisteren naar de lokale verhalen. ==> samenkomen op een regiovoorzittersoverleg waarin alle 6 de regiovoorzitters zitten, samen met de provinciale voorzitter, secretaris en bureauleden. De zaken die hierboven zijn aangegeven, worden gebruikt als input voor een gezamenlijk provinciaal verhaal. Er zal ook nagedacht worden over een goede communicatiestrategie. Want wat ben je met een goed verhaal dat niet gelezen, gehoord of gezien wordt?
Niveau 3: Als provinciaal voorzitter wil ik het provinciaal verhaal breed gedragen maken door: ==> 3 x per jaar een Open Provinciale kern teorganiseren: De samenstelling van de PK is statutair vastgelegd en komt 6x per jaar samen. Deze bestaat normaliter uit de voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, regiovoorzitters, de verkozen nationale bureauleden en een aantal gecoöpteerden. Door een gestructureerd regiovoorzittersoverleg te organiseren (zie hierboven), dat ook veel taken doet van de huidige PK, kan de PK regelmatig opengesteld worden voor JONGCD&V leden die interesse tonen in dit niveau. Ook de jongeren die in het provinciaal bestuur en/of bureau zitten, zijn van harte welkom. Daarnaast moeten we met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in aantocht ervoor zorgen dat we onze lokale mensen inhoudelijk voeden. Met dit voor ogen kunnen we tijdens een PK een interessante spreker laten komen om een hot topic toe te lichten. Zou het in deze tijden bijvoorbeeld niet interessant zijn om iemand van het kabinet van Koen Geens te laten komen spreken over veiligheid? Terrorisme stopt namelijk niet aan de Brusselse grens maar kan ook in Gent,Oudenaarde, Lokeren, Aalst voorkomen... of iemand van het kabinet van Schauvliege of De Crem om beleid uit te leggen dat onze provincie aangaat en interessant is voor onze jongeren? Het geeft ons ook de kans om mensen van de moederpartij te laten komen om ons meer te vertellen over de beschikbare communicatiemiddelen, hoe netwerken en welke thema’s interessant kunnen zijn voor jongeren die de toekomst beleidsmatig willen meebepalen na 2018/19.
"Ik geloof niet in een top-down structuur waar een beperkt aantal mensen beslist wat er moet gebeuren. Mensen liggen gewoon niet wakker van zaken waarbij ze niet betrokken worden. Of ze weten er niet van, of men heeft het gevoel dat hij of zij er niet toe doet. Indien dit het geval is, kan je niet verwachten dat mensen zich gaan binden. Nochtans moet het engagement van de basis komen! Laat ons dus eerst beginnen bij onze eigen leden. Om daarna ons breed gedragen verhaal naar buiten te brengen."